In de zuidelijke Aube, in Ville-sur-Arce, bewerken Jerôme en Valérie Coessens een wijngaard genaamd Largillier: zo'n zes hectaren groot en met een arme klei-kalksteenbodem met veel kimmeridge, die overeenkomsten heeft met die in Chablis.
Toen hij in 2006 de familiewijngaard overnam en onder de naam Coessens begon met het maken van champagne, merkte Jerôme dat de wijngaard kan worden onderverdeeld. Met de termen 'mineraal', 'fruit', 'substantie' en 'bloem' omschrijft Coessens nu de kenmerken van de verschillende delen van het perceel. De druiven van een klein stukje wijngaard gaan naar de kelder van Guillaume Selosse.
In de kelder heeft Coessens een solerasysteem waarvan hij de Exogyre maakt: een elegant complexe champagne waarin meerdere jaargangen zijn vermengd.
Voor Jerôme Coessens draait alles om pinot noir: hij is gek op de druif. Hij maakt er acht verschillende wijnen van, in kleine hoeveelheden. Het zijn ingetogen, mooi gebalanceerde champagnes. Droog en hartig, expressief en karaktervol: wijnen die je lekker in rust moet proeven.
